Kamp tevreden over resultaat Gedragscode mobiele operators
Alle mobiele operators hebben inmiddels de zogeheten 100-procent notificatie doorgevoerd. Klanten krijgen bij het bereiken van hun datalimiet voor mobiel internet direct een sms-bericht om hen er van op de hoogte te stellen dat zij hun datalimiet voor de lopende maand bereikt hebben. Dat schrijft minister Henk Kamp van Economische Zaken in een Kamerbrief over een aantal telecom gerelateerde zaken.
Afgelopen maart stelde Kamp al in een brief aan de Tweede Kamer dat een reeks doorgevoerde maatregelen in het kader van de Gedragscode ‘Transparantie Mobiel Datagebruik’ heeft geleid tot het sterk beperken van het aantal consumenten dat te maken krijgt met onverwachts hoge mobiele facturen (bill shocks). Zo stuurden operators al tussentijds waarschuwingen naar klanten dat de datalimiet in zicht kwam (bijvoorbeeld bij 80 of 90 procent verbruik van de databundel). De 100-procents notificatie was nog niet door elke operator ingevoerd. Inmiddels is dat wel het geval.
Ook zijn er volgens de bij de gedragscode betrokken operators (KPN, Vodafone, T-Mobile en Tele2) belangrijke stappen gezet om klanten realtime inzicht te geven in het dataverbruik. Dit kan voorkomen dat een klant al over zijn datalimiet heen is wanneer er een notificatie wordt verstuurd. Bij de meeste merken wordt het verbruik volgens Kamp in sms-berichten of andere aangeboden monitoringsinstrumenten real-time weergegeven, soms nog met enige vertraging van enkele minuten.
Voor enkele oudere abonnementen kan de vertraging oplopen tot maximaal 24 uur. Voor zover het verbruik niet real-time kan worden weergegeven, worden consumenten door de aanbieders van te voren geïnformeerd dat de notificaties niet altijd volledig real-time zijn. Ook benaderen operators klanten soms actief om hun oude abonnement om te zetten in een abonnement waarbij notificaties wel real-time worden weergegeven.
Bij de meeste abonnementen zonder databundel is ook een automatische blokkade voor het gebruik van mobiel internet doorgevoerd. Bij drie merken (er worden geen namen genoemd) is de blokkade nog niet doorgevoerd. Kamp stelt dat hij tevreden is over de sinds maart 2014 doorgevoerde maatregelen en zegt toe de vinger aan de pols te blijven houden.
Kamp schrijft verder er naar te streven nog dit jaar met een wetsvoorstel te komen om overstapdrempels voor kleinzakelijke eindgebruikers van telecomdiensten weg te nemen. Hij komt hiermee tegemoet aan een motie van Tweede-Kamerlid De Liefde (VVD). De wijziging is in lijn met een verordening van de Europese Commissie uit september 2013 over betere bescherming van zakelijke gebruikers. In een openbare internetconsultatie tussen 27 maart en 7 mei konden partijen op de door de Tweede Kamer gevraagde wijziging van artikel 7.2a van de Telecomwet reageren. Deze reacties worden meegenomen in het wetsvoorstel.
Overigens betreft het voorstel alleen het gelijktrekken van overstapmogelijkheden voor kleinzakelijke gebruikers met die van consumenten. Over het gelijktrekken van het overstapproces is in diverse gesprekken met alle stakeholders nog geen overeenstemming bereikt over zelfregulering versus wetgeving. Met de nieuwe regels over stilzwijgende verlenging in het achterhoofd, wil Kamp na de zomer alsnog overeenstemming bereiken over een plan van aanpak.
Kamp schrijft verder nog dat uit cijfers van TNO blijkt dat Nederland wereldwijd op een 16e plaats staat als het gaat om het gebruik van het nieuwe internetprotocol IPv6 en op de 7e plek in de EU. IPv6 biedt voorlopig voldoende nieuwe IP-adressen, wat nodig is omdat het aantal IP-adressen op basis van IPv4 uitgeput is. De Nederlandse overheid scoort gemiddeld als het gaat om bereikbaarheid van websites via IPv6. EZ zal verder in samenwerking met het Bureau Forum Standaardisatie in 2014 een publiek-privaat platform oprichten met als doel de toepassing van circa 30 internetstandaarden waaronder IPV6 te vergroten. Voor wat betreft eigen doelstellingen wil de overheid dat eind 2014 alle websites en mailadressen van overheidsorganisaties via IPv6 bereikbaar zijn.
Bron: rijksoverheid.nl